Vaccineren. Iets waar elke dier eigenaar mee te maken krijgt. Maar wat doe je ermee? Welke entingen geef je wel en welke juist niet? Weet je ook waarom je bepaalde entingen wel moet geven? De meningen van veel eigenaren en ook van veel dierenartsen zijn verdeeld. En het blijft ook een lastig beleid. Je weet niet wanneer je et goed doet. Om jullie meer te informeren zodat jullie als dier eigenaren zelf een keuze kunnen maken zet ik hier een aantal belangrijke dingen op een rijtje

Voordelen

  • Voorkomt ziekte door het lichaam aan te zetten tot de vorming van antistoffen
  • Essentieel bij het uitroeien van sommige ziekten

Nadelen

  • Er kan een lokale ent-reactie ontstaan
  • Koorts
  • Sommige vaccins geven immuunsupressie
  • Overgevoeligheidsreacties
  • Uitwerking op de vrucht bij drachtige dieren
  • Plaats van de enting is onnatuurlijk (het virus komt op een andere manier binnen waardoor het systeem niet volledig leert hoe te reageren als het dit virus echt tegenkomt)
  • Vaak worden meerdere vaccins tegelijk toegediend: cocktail. Het immuunsysteem raakt hierdoor in de war en er komen erg veel belastende stoffen tegelijkertijd binnen.
  • Belasting op het dier (zeker als het dier van te voren al ziek/zwak of verouderd is)
  • Aanwezigheid van conserveringsmiddelen, adjuvantia en lichaamsvreemde eiwitten

Passieve immuniteit

Antilichamen van de moeder worden via de moedermelk doorgegeven aan de nakomelingen. Een gezonde moeder en een goede en voldoende zoogtijd is dus belangrijk! Wanneer je een jong dier vaccineert interfereer je met die antilichamen die ze van de moeder krijgen.  Deze antilichamen nemen een deel van het vaccin weg waardoor het lichaam van het jonge dier niet volledig leert hoe het moet reageren. Hierdoor is de immuniteitsopbouw niet volledig.

Het tijdstip van de eerste vaccinatie is afhankelijk van de immuun status van de moeder en de infectiedruk van de omgeving.

Later vaccineren = minder vaak vaccineren: het immuunsysteem kan dan beter reageren omdat het verder ontwikkeld is. Daarnaast zijn dan de antilichamen die ze via de moeder gekregen hebben weg en zal het vaccin effectiever werken indien nodig.

Kritisch prikken

  • Een zwak immuunsysteem ga je liever niet belasten met een vaccin. Vaak zie je dat het immuunsysteem zwakker is geworden door:
    • Fokbeleid
    • Ongezonde leefomstandigheden
    • Minder goed voer
    • Hogere/voortdurende infectiedruk
    • Confrontatie met diervreemde infecties.
  • Niet jaarlijks (check wanneer het nodig is)
  • Enkelvoudige entingen
  • Indien mogelijk intra-nasaal
  • Niet bij zieke dieren
  • Werkt alleen bij bepaalde ziektes
  • Vaccicheck!!
  • Over vaccinaties van puppy’s voorkomen
  • Kleinere dieren halve dosering

Vaccicheck

Een Vaccicheck kun je bij steeds meer dierenartsen laten uitvoeren. Er word dan een klein beetje bloed afgenomen waarin ze kunnen zien hoeveel antilichamen er aanwezig zijn. Aan de hand hiervan kan overlegd worden of een vaccinatie wel of niet nodig is. Zo kun je onnodig vaccineren voorkomen.

Hond

De meest voorkomende entingen voor honden staan hieronder benoemd. Vaak hebben de honden als pup al een aantal cocktails gehad als basis.

  • Hondenziekte: Komt vooral voor bij jonge honden. Wanneer de hond het gehad heeft is hij levenslang beschermd. Meestal wordt er geënt op het 4e en 7e levensjaar (na de basis). Dit is namelijk hoe lang de enting door blijft werken.
  • Parvo: Entingen zijn gelijk aan de hondenziekte
  • Ziekte van Weil (lepto): elk jaar enten indien je hond hier vatbaar voor is. Bijvoorbeeld wanneer hij veel uit stilstaand water drinkt of veel zwemt in plassen. Let echter wel: er zijn meerdere vormen van leptospirose. Er zijn niet tegen alle vormen vaccinaties beschikbaar. Het kan dus zo zijn dat je je hond elk jaar netjes laat enten maar dat hij toch ziek wordt van een andere vorm.
  • Hepatitis: De hond wordt na de basis op zijn 4e en 7e levensjaar weer geënt. Wanneer de hond het gehad heeft is hij levenslang beschermd.
  • Kennelhoest: Alleen bij verhoogd risico. Als je hond bijvoorbeeld langdurig en veel in kennels met vreemde andere honden zit waar de infectie druk hoog kan zijn. In de meeste kennels is deze enting ook verplicht. Er zijn 2 soorten entingen tegen kennelhoest. Een intraveneuze enting, dit is een dode enting waardoor deze elk jaar herhaald moet worden. Er is ook een intra nasale enting. Dit is een spray de ze via de neus binnen laten komen. Dit is ook hoe de hond daadwerkelijk geïnfecteerd zou kunnen worden met het virus. Dit is een levend vaccin waardoor er geen booster nodig is.
  • Rabiës: enting is 3 jaar geldig. Alleen noodzakelijk wanneer je met je hond naar het buitenland gaat. Dan is deze namelijk verplicht.

Paard

De meest voorkomende entingen bij het paard.

  • Influenza (luchtwegvirus): Regulier wordt aanbevolen om elk jaar te enten. Echter zijn de meeste paarden na een enting veel langer beschermd.
  • Tetanus: elke 2 jaar vaccineren wanneer je denkt dat je paard deze bacterie makkelijk kan oplopen.
  • Rhino: Er zijn meerdere soorten van het Rhino Virus. We kunnen niet tegen elke soort vaccineren. Dit is gelijk aan Lepto bij de hond.

Kat

De meest voorkomende entingen bij de kat

  • Kattenziekte: zeer infectieus virus met hoge letaliteit. Kittens worden met 9 en 12 weken gevaccineerd met een geïnactiveerd vaccin. Vervolgens nog een keer op 1 jarige en 4 jarige leeftijd.
  • Niesziekte: een verzamelnaam van een groep symptomen. Het is dus maar de vraag of je hier dan ook echt voor kunt en wilt vaccineren. Standaard worden katten hier elk jaar voor geënt.
  • FIP: maagdarmvirus. Veel katten zijn besmet maar niet allen ontwikkelen FIP.

Bovenstaande informatie is bedoeld om jullie zelf aan het denken te zetten. Wil je meer informatie of advies op maat? Stuur dan een bericht!